top of page

Bier in blik? Vergelijkende test!

Bijgewerkt op: 29 jul

The proof of the pudding is in the eating. William Camden, 1605


ree

Niet zo schielijk lang geleden had het drinken van bier in blik niet de beste reputatie. Het sleuren van treetjes pils naar festivals of een BVO’ke (“Bier Voor Onderweg”) op de trein naar Antwerpen kon nog net door de beugel. Als je pech had, keken je medepassagiers je eens vreemd aan, maar daar bleef het dan meestal wel bij. En eerlijk, als die pils goed fris is en je bent onderweg naar pakweg een vrijgezellenavond, dan smaakt dat soms nog verdomd goed ook. De man/vrouw die elke morgen in de Colruyt 4 halve liters Cara-pils komt scoren dwarsboomt hiermee zijn/haar reputatie jammer genoeg al wat steviger.


Maar het zal velen niet onopgemerkt gebleven zijn dat er de laatste 10 jaar veel veranderd is en dat bier in blik meer en meer aanvaard wordt als een bijzonder goed alternatief. Wie een lekker craftbiertje zoekt bij de lokale bierhandel kan er niet omheen. De helft van de winkel is met blikken gevuld. Ik overdrijf misschien, maar als je een stout of IPA wil, moet je bijna zoeken achter een flesje. Die blikjes zijn ook allemaal even prachtig. Smaken verschillen, maar het zijn toch allemaal kunstwerken op zich. Kort gezegd, blik is Hip! En meer dan terecht!


Blik heeft tal van voordelen. Nadelen ook, maar die komen straks aan bod. Bij Colruyt pakt men het alvast slim aan: Naast de lage kostprijs van huismerk Cara, is het meezeulen van blikken een pak minder vermoeiend dan flessen. Bovendien kan je dat blik (voorlopig toch nog) gewoon deponeren in de PMD-zak. Een pak handiger dus als je gewoon wat wilt chillen of rondhangen met de maten op het lokale dorpsplein.

Ook het transport biedt tal van voordelen. Een 33-cl fles is exact even hoog als 2 blikken op elkaar. Je kan in theorie dus dubbel zo veel blikjes tov flesjes in een vrachtwagen steken. Daarbovenop moet dat flesje eigenlijk teruggebracht worden om in te ruilen voor statiegeld. Hiervoor dienen ze een tweede keer vervoerd te worden, leeg naar de brouwerij van oorsprong. Die gaat op zijn beurt massa’s water nodig hebben om die flesjes te spoelen voor hergebruik.


Het feit dat bier in blik naar metaal kan smaken, is een mythe die al enkele decennia niet meer geldt. Waar vroeger staal gebruikt werd om blikjes te produceren, is men al lange tijd over gegaan naar aluminium. Daarbovenop komt nog een smaakneutrale coating, waardoor je geen verschil kan proeven met bv. bier uit fles. Een vers getapt biertje van het vat komt ook uit een metalen verpakking (“RVS” – roestvrij staal)..

Het grootste voordeel van een blikken verpakking is dat men de 2 grootste vijanden van bier buiten kan houden. Licht en lucht. Ik heb nog nooit in een blik gezeten, maar volgens mij is het daar stikdonker binnen en omdat het daar zo donker is, heb je geen kans meer op de zogenaamde ‘kattenpis’ smaak, vooral dan in de groene (en nog meer in de kleurloze) flesjes. Daarenboven worden de blikken vol afgevuld en afgetopt met een koolzuurgaskussen net voordat ze worden afgesloten. Lucht, en vooral de factor zuurstof, krijgt op die manier geen schijn van kans om voor oxidatie te zorgen.


Jammer genoeg is er in zo’n blik geen mogelijkheid tot hergisten. Hetzelfde probleem heb je trouwens met bieren op vat. Je moet extra druk kunnen opbouwen en daar is zo’n blikje niet tegen opgewassen. Er is zelfs niet eens wat extra ruimte. Het koolzuurgehalte volgt steevast het alcoholgehalte van het bier. Een bier van 9,5% dient dus een koolzuurgehalte van 9,5 gram per liter te bevatten, terwijl zo’n blikje maar 5,4 gram per liter aan kan qua druk. Een oude geuze op blik zal nooit, maar dan ook nooit lukken. Bieren met hergisting kunnen afgevuld worden in blik, waarna ze meteen gepasteuriseerd dienen te worden om de gist te doden. Zo vermijden we dat je blikje bol gaat staan na het afvullen. Het kan dus, maar je gaat nooit het koolzuurgehalte halen waar je voor een deftige tripel eigenlijk naartoe moet.

Tot daar de theorie.


ree

De test


IPA’s, stouts en sours op blik zijn dus al langer de standaard. De craftbierscene is al een hele tijd verkocht aan het concept. De grote spelers blijven er niet naar kijken en nemen actie. Moortgat heeft intussen de 666 van Duvel en de La Chouffe op blik. Op social media kwamen we onlangs een post tegen van Chimay: ‘Nu ook verkrijgbaar op blik’. What? Zo’n uber-klassiek monument als Trappist op blik, zelfs de paters volgen de trend. 

Een grondig empirisch onderzoek dringt zich op. Ik stuur een whatsappje in onze bestuursgroep en twee dagen later zitten we al met ‘onzen bek int nat.’ O.B.E.R. zou O.B.E.R. niet zijn als we niet objectief waren, we proeven dus blind, zoals het hoort! We gaan niet te veel in op smaakbeschrijvingen, gewoon de verschillen zoeken. Tapster van dienst is de vrouw des huizes, dat heeft ze nog al mogen, of liever, moeten doen. Heerlijk, zo’n madam in huis!


ree

We starten met de Chimay Dorée. Een blond bier van 4,8%, de perfecte opener. We schrijven de houdbaarheidsdata op, de fles blijkt een stuk langer houdbaar volgens de brouwer.

Het resultaat is verrassend! Waar we in het aroma nog wel een verschil waarnemen, is dat in de smaak al een pak minder. Eerlijk, als we ze niet naast elkaar zouden gezet hebben hadden we het verschil waarschijnlijk niet geproefd. Niemand kan met zekerheid zeggen welk van de twee glazen uit een blik komt. Achteraf blijkt het bier uit fles iets lichter van kleur, wat fruitiger en kruidiger, maar alles iets minder uitgesproken dan uit blik. Maar zoals gezegd, de verschillen zijn klein, laat ons zeggen dat hier niet echt een winnaar uit de bus komt.


ree

Een stapje hogerop dan. Chimay Rouge, een mooie dubbel met een alcoholpercentage van 7%. ‘How, ma how jong, dit is wat anders, amai, goh,…’, een bloemlezing uit de eerste reacties. Het moge duidelijk zijn, hier halen we dat blik zo uit. Dat ene bier heeft duidelijk minder aroma, een beetje metalig zelfs en de geur van wort. Minder smaak én dito aroma. Klaar, volgende!

Jammer’, zegt de barvrouw (die intussen glimlachend staat te kijken) ‘Ik zou nog eens willen proeven.’ Tot onze verbazing is het bier uit blik dat met die complexere smaak, het meer uitgeproken aroma van fruitige esters (banaan) en de natuurlijke smaak. Lap, 1-0 voor blik.


ree

Nu zijn we eens benieuwd, dat hadden we niet verwacht. Tijd om eens een Duveltje open te trekken. Met de 666 zijn ze daar in geslaagd bij Moortgat. Of ze dat met de gewone, stevig parelende, Duvel ook kunnen is nog maar de vraag, maar zover zijn we niet.

Bier 1 heeft meer schuim, is licht troebel en parelt harder. Waar het aroma een pak minder blijkt te zijn, haalt de smaak netjes de lat. Meer body, evenwicht en gewoon lekker fris. Het tweede bier lijkt eerst mooier te zijn, maar dat bleek schijn. Het eerst rijke aroma valt na 2 minuten in het glas weg. Weinig pareling, en de smaak is vlakker.

Jawel, het is zo ver! De fles wint hier overduidelijk. 1-1.


ree

Misschien kunnen ze het bij Moortgat niet zo goed als die paters van Chimay? We trekken de La Chouffe open, misschien slaan we er volledig naast. Met een bier van 8% gaan we meteen klasse hoger.

Bier 1 én bier 2 kunnen ons eigelijk niet écht bekoren. In noteer voor beide bieren een ‘commercieel’ aroma. Dat klinkt misschien niet goed, maar ja, wij zijn natuurlijk erg verwend. We bedoelen er verder niks mee. Het klinkt al een pak anders als iemand (ik noem geen namen) zegt: ‘Dat tweede bier heeft een pak minder aroma, in dit geval wel een voordeel.’ Objectief blijven is best okay, we zijn dan ook eerlijk. Het woord ‘flets’ valt… Bier 2 is toch iets voller van smaak, iets gelaagder en heeft een langere nasmaak. Dat moet dan wel de fles zijn. Jawel. 2-1 voor de fles.


ree

Tijd voor de tripel! De typische Belgische bierstijl mét hergisting op fles als één van zijn speerpunten. Chimay Tripel hoort bij de top, ze gaan dat toch niet kapot maken in een blik zeker? ‘Dat zou niet mogen kunnen’, klinkt het op zijn Essens.

Eén glas heeft duidelijk meer schuim dat langer overeind blijft. Het is troebeler, heeft de verwachte geur van banaan en is duidelijk in balans. In het andere glas ruikt de banaan een stuk rijper en vinden we een vleugje vanille. Waar er even twijfel is, blijkt na enkele minuten bier 2 toch weg te vallen. De aroma’s vervagen en we krijgen een beetje een fake karakter. Het mooie complexe karakter blijft in glas 1 mooi overeind. Het weze duidelijk, dit moet uit de fles komen. Unaniem de nagel op de kop. 3-1.


Het verdict


Het verdict is duidelijk. De fles haalt de eerste wedstrijd binnen. Het zijn echter geen forfait cijfers. En gelukkig maar. De lichtere bieren in blik scoren duidelijk beter dan hun zwaardere broertjes. De verschillen zijn er wel voor dit “semi-professioneel” panel, maar ze zijn op zich ook niet zo gigantisch groot. Je kan naast de craftbieren dus ook gerust een klassiek bier in blik meenemen op de trein of naar een festival. Ze zullen zeker in de smaak vallen.

Ik zeg ook bewust “de eerste wedstrijd”. We hadden per bier meerdere exemplaren gekocht en hebben de overige flesjes en blikjes mooi opgeborgen in de O.B.E.R. kelder voor een latere test binnen een jaar, binnen 2 jaar en misschien binnen 5 jaar nog eens over met dezelfde batches. Dan weten we ook hoe het bier evolueert in de verschillende verpakkingen, evolutie van bier is namelijk een belangrijke eigenschap en heeft veel invloed op de smaak.

We hebben intussen ook Saison Dupont Dry Hopped op de kop kunnen tikken en er zullen er nog wel enkele volgen. Het zal niet onze laatste wedloop zijn. To be continued!

 

Tekst: Wim Bastiaenssens

Redactie & correcties : Gunter Mertens, Sam Leemans en Nick Verbouw

Foto’s: Gunter Mertens en Wim Bastiaenssens

Panel: Sam Leemans, Tinne Van Bavel, Tom Van den Bulck, Gunter Mertens en Wim Bastiaenssens

Locatie: De O.B.E.R. en Beerbright proefkelder

bottom of page